Woordpakketten 3
Overzicht: Woordpakketten 3
Woordpakket 1: Herhaling 2de leerjaar
Woordpakket 4: Verenkelen en verdubbelen
Woordpakket 6: Verenkelen en verdubbelen + andere
Woordpakket 7: Doffe klinker in woorden met "-eren", "-elen" en "-enen"
Woordpakket 8: Verkleinwoorden met uitgang op "-je"
Woordpakket 9: "banaan-woorden" en samenstellingen
Woordpakket 10: Woorden met ei / ij , woorden met au / ou
Woordpakket 11: Woorden met -"uw"
Woordpakket 12: Verenkelen en verdubbelen + korte klank voor "-ch"
Woordpakket 13: Verkleinwoorden met -tje, -etje en -pje
Woordpakket 14: Woorden met -aai, -ooi, -oei + woorden op g /ch
Woordpakket 15: Woorden met eeuw, ieuw, uw / Woorden met -ng, -nk / Woorden eindigend op -gt, -cht
Woordpakket 16: Woorden met bijzondere uitspraak / Woorden eindigend op -g, -ch, -gt, -cht
Woordpakket 17: Verenkelen en verdubbelen bij lange woorden
Woordpakket 18: Woorden met be-, ge- en ver-
Woordpakket 19: Woorden met een doffe klinker in -e, -en, -ens, -el, -els, -er, -ers
Woordpakket 20: Woorden met "ee" aan het einde van lange woorden
Woordpakket 21: Woorden met ei, ui en au
Woordpakket 23: Woorden met ij en ou
Woordpakket 25: Woorden met -d op het einde en -g op het einde
Woordpakket 26: Woorden met -ng en -nk
Woordpakket 27: Woorden met ei / ij
Woordpakket 28: Verenkelen en verdubbelen